Een kind heeft veel vrijheid om zelf zijn werk te kiezen, maar de leerkracht let er op, dat die keuze in verhouding blijft tot de mogelijkheden van het kind. De leerkracht is er op uit om de optimale capaciteiten van een kind te ontdekken. Hij nodigt het kind uit deze te ontplooien. De vrijheid is groot, maar wel binnen de gestelde regels. Zo proberen we een discipline te ontwikkelen. Als de kinderen die vrijheid aankunnen, zal je ze die geven. Wij noemen dat: "Vrijheid in gebondenheid".
Nee, daar kun je bij het Montessorionderwijs niet van spreken. Want als de ontwikkeling naar verhouding wat langzamer verloopt, hoeft het kind de leerstof van het afgelopen jaar niet weer te ‘herkauwen', maar kan het gewoon in eigen tempo en op eigen niveau doorgaan. Het kan dus wel voorkomen dat een kind langer op school blijft dan over het algemeen gebruikelijk is, maar dat kun je op deze manier geen zittenblijven noemen.
Nee! Juist doordat er kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar zitten, kunnen de ouderen de jongeren helpen en leren de jongeren hulp te vragen aan de ouderen. Ook veel van de leermiddelen nodigen uit tot samenwerking. Zo is er bijvoorbeeld van een bepaald soort materiaal maar één of twee stuks in het lokaal aanwezig, zodat je ook leert wachten. Hoewel kinderen natuurlijk vrij zijn om alleen te werken, zullen ze door sfeer, materiaal en de leeftijdsopbouw in de groep ervaren dat het plezierig is om samen te werken en je sociaal te gedragen. Voor wat de soc
Het montessorionderwijs, en dus ook onze school, behoort tot de groep van de zogenaamde traditionele vernieuwingsscholen. Traditioneel omdat de basis van het onderwijs reeds lang geleden ontworpen is, vernieuwend omdat het zijn principes uit theorieën haalde die toen niet erg gangbaar waren. Na zo vele jaren van montessorionderwijs lijkt het alsof het traditionele moeilijk te handhaven is. En toch is dit zeker de bedoeling, ondanks de actuele berichtgeving waarin gemeld wordt dat het onderwijs op vele terreinen aangepast dient te worden. Echter: vaak komt een snelle aanpas
In het Montessorionderwijs heeft het materiaal, waarmee de kinderen leren en zichzelf ontwikkelen, een enorm belangrijke plaats. Met concreet en symbolisch materiaal krijgt het kind inzicht in soms moeilijke en abstracte begrippen. Het materiaal geeft de mogelijkheid om zoveel mogelijk zintuigen te gebruiken bij het in zich opnemen van de stof. Het nodigt uit tot spontane herhaling van de handeling. Hierdoor en door de manier waarop kinderen ermee kunnen werken, gaan ze echt in hun bezigheid op. Dit heeft ontegenzeglijk een grote vormende waarde. Het materi
Bij het Montessorionderwijs gaat men er van uit dat een kind voornamelijk zelf actief is bij zijn ontwikkeling naar zelfstandigheid. Onnodig ingrijpen van volwassenen bemoeilijkt dit proces. De Montessorischool wil een omgeving zijn, die voortdurend prikkelt tot zelf handelen. Hierbij valt een deskundige leerkracht niet weg te denken. Deze dient geschoold te zijn in het observeren van ieder kind afzonderlijk en in het aanbiedenvan de specifieke Montessorimaterialen. Deze zijn aangepast aan het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Bij jonge kinderen bijvoorbeeld wordt voor
Sinds wanneer kennen wij Montessori in Nederland ? In 1916 werd in Den Haag de eerste Montessorischool van Nederland opgericht. Een jaar daarna volgde er ook één in Amsterdam. Onze school bestaat sedert 1927 en is sinds 1977 een Montessorischool.
Maria Montessori, in 1870 geboren, was de eerste vrouwelijke arts in Italië en werd hoogleraar in de antropologie aan de universiteit van Rome. In opdracht van de regering stichtte zij in de sloppenwijken van Rome haar ‘Casa dei Bambini’, waarin kinderen, van wie beide ouders buitenshuis werkten, opgevangen en begeleid werden. De daarbij gebruikte methode had zoveel succes, dat deze steeds meer toepassing vond, ook in milieus van meer bevoorrechte kinderen. Centraal in haar ideeën over de begeleiding van kinderen naar volwassenheid staat datgene wat het kind ze
Cijferrapporten kennen we niet; we vinden dat cijfers te weinig zeggen over de kennis, aanleg,inzet en sociale houding van de kinderen. We denken dat ze eerder aanleiding geven tot competitie en naijver. In plaats van cijferrapporten krijgende ouders twee maal per jaar geschreven verslagen van hun kind. Zo’n verslag geeft uitgebreide informatie over de vorderingen van het kind en wordt bovendien in een persoonlijk gesprek tussen de leerkracht en de ouders besproken. Deze verslagbespreking is ook een hulpmiddel bij een goede samenwerking tussen ouders en schoo
Jawel, bijvoorbeeld aardrijkskunde, geschiedenis en verkeer worden met een groep behandeld. Het is de bedoeling dat door zo’n groepsles de kinderen gemotiveerd worden om zelfstandig het besprokene te gaan verwerken. Dat gebeurt door er werkjes, verslagen en dergelijke over te maken. De leerkracht kan daar onder andere aan zien of de stof begrepen is.
De kinderen mogen in hun eigen tempo werken. De leerkracht let er op, dat dit in overeenstemming is met de mogelijkheden van de leerlingen.
Een kind heeft veel vrijheid om zelf zijn werk te kiezen, maar de leerkracht let er op, dat die keuze in verhouding blijft tot de mogelijkheden van het kind. De leerkracht is er op uit om de optimale capaciteiten van een kind te ontdekken. Hij nodigt het kind uit deze te ontplooien. De vrijheid is groot, maar wel binnen de gestelde regels. Zo proberen we een discipline te ontwikkelen. Als de kinderen die vrijheid aankunnen, zal je ze die geven. Wij noemen dat: "Vrijheid in gebondenheid".
Nee, daar kun je bij het Montessorionderwijs niet van spreken. Want als de ontwikkeling naar verhouding wat langzamer verloopt, hoeft het kind de leerstof van het afgelopen jaar niet weer te ‘herkauwen', maar kan het gewoon in eigen tempo en op eigen niveau doorgaan. Het kan dus wel voorkomen dat een kind langer op school blijft dan over het algemeen gebruikelijk is, maar dat kun je op deze manier geen zittenblijven noemen.
Nee! Juist doordat er kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar zitten, kunnen de ouderen de jongeren helpen en leren de jongeren hulp te vragen aan de ouderen. Ook veel van de leermiddelen nodigen uit tot samenwerking. Zo is er bijvoorbeeld van een bepaald soort materiaal maar één of twee stuks in het lokaal aanwezig, zodat je ook leert wachten. Hoewel kinderen natuurlijk vrij zijn om alleen te werken, zullen ze door sfeer, materiaal en de leeftijdsopbouw in de groep ervaren dat het plezierig is om samen te werken en je sociaal te gedragen. Voor wat de soc
Het montessorionderwijs, en dus ook onze school, behoort tot de groep van de zogenaamde traditionele vernieuwingsscholen. Traditioneel omdat de basis van het onderwijs reeds lang geleden ontworpen is, vernieuwend omdat het zijn principes uit theorieën haalde die toen niet erg gangbaar waren. Na zo vele jaren van montessorionderwijs lijkt het alsof het traditionele moeilijk te handhaven is. En toch is dit zeker de bedoeling, ondanks de actuele berichtgeving waarin gemeld wordt dat het onderwijs op vele terreinen aangepast dient te worden. Echter: vaak komt een snelle aanpas
In het Montessorionderwijs heeft het materiaal, waarmee de kinderen leren en zichzelf ontwikkelen, een enorm belangrijke plaats. Met concreet en symbolisch materiaal krijgt het kind inzicht in soms moeilijke en abstracte begrippen. Het materiaal geeft de mogelijkheid om zoveel mogelijk zintuigen te gebruiken bij het in zich opnemen van de stof. Het nodigt uit tot spontane herhaling van de handeling. Hierdoor en door de manier waarop kinderen ermee kunnen werken, gaan ze echt in hun bezigheid op. Dit heeft ontegenzeglijk een grote vormende waarde. Het materi