Nee! Juist doordat er kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar zitten, kunnen de ouderen de jongeren helpen en leren de jongeren hulp te vragen aan de ouderen. Ook veel van de leermiddelen nodigen uit tot samenwerking. Zo is er bijvoorbeeld van een bepaald soort materiaal maar één of twee stuks in het lokaal aanwezig, zodat je ook leert wachten. Hoewel kinderen natuurlijk vrij zijn om alleen te werken, zullen ze door sfeer, materiaal en de leeftijdsopbouw in de groep ervaren dat het plezierig is om samen te werken en je sociaal te gedragen. Voor wat de sociale ontwikkeling betreft ervaren de kinderen het als prettig, dat ouderen met jongeren werken; je bent niet altijd de oudste of jongste in de groep, je bent niet altijd de domste of de knapste. Er is dus minder kans op het ontstaan van meerder– of minderwaardigheidsgevoel. Je leert echt rekening houden met elkaar. Wat betreft individualisering en continuïteit: er wordt niet uitgegaan van het zogenaamde gemiddelde kind. Er is dus geen tijdsverspilling door het opleggen van een gemiddeld tempo. De vluggerds hoeven zich niet te vervelen, de zwakkeren hoeven zich niet zenuwachtig te maken. Ieders eigen aard en aanleg wordt gerespecteerd. Het kind krijgt de kans om op zijn manier en in zijn tempo voort te gaan.